Hemelse appel-kaneel buns

In de categorie 'zoete zonden' heeft dit recept voor appel-kaneel buns absoluut zijn plaats verdiend. Het maken ervan kan tellen als een volwaardige dagactiviteit, maar geloof ons, eens je ze hebt geproefd, was het de kostbare uren meer dan waard. De appel-kaneel buns kun je lauw eten, maar wij prefereerden eerder de afgekoelde versie. Welke versie jij ook kiest, na het proeven van deze appel-kaneel buns kijk je al uit naar de volgende zondag-bakdag om deze lekkernij terug op tafel te toveren.

Hier gaan we!

 

1. Maak het deeg: Warm de melk op tot ze lauw is (ongeveer 35°C) en kap het over in een grote mengkom. Meng met een garde de suiker en de gist door de melk. Bedek de kom met een handdoek en laat 10 minuten staan. Doe de boter in stukjes en meng samen met het ei en het zout onder de melk. De boter zal niet volledig oplossen, maar dat is geen probleem. Voeg geleidelijk de bloem toe aan het mengsel. Na een tijdje zal het deeg te zwaar worden om met de garde te mengen, ga dan verder met een deeghaak of met je handen. Als alles goed is gemengd, meng dan nog zo'n 5 minuten langer.
    
2. Het deeg rijzen: Kap het deeg op een licht bestoven werkblad, vorm het tot een bal en doe in een licht ingevette kom. Bedek het deeg met een vochtige handdoek en zet op een warme plaats tot het deeg ongeveer verdubbeld is (zo'n 2 uur). 
   (Zo deden wij het: vul je afwasbak zo'n 10 cm met heet water en zet de kom deeg hierin. Door de warmte zal het deeg sneller rijzen.) 
    
3. Vul de buns: Vet een ovenschotel van zo'n 27 x 18 cm in met wat boter. Stort het gerezen deeg op een met bloem bestoven werkblad. Druk het met je handen uit elkaar tot een rechthoek van zo'n 30 x 40 cm. Als het deeg te hard plakt, bestuif dan ook de bovenzijde met wat bloem.
   Smeer de zachte boter over het deeg. Zet eventueel de boter heel kort in de microgolf om zachter te worden. Meng in een kleine kom de bruine zuiker en kaneel en verdeel gelijkmatig over het deeg. Schil de appels, verwijder het klokhuis, snij in kleine stukjes en verdeel over het deeg. Duw de stukjes appel lichtjes in het deeg, zodat het rollen gemakkelijker gaat. Rol het deeg op tot een rol van 40 cm. Snij in 12 gelijke rolletjes en schik ze in de ovenschotel. Dek de rolletjes opnieuw af met de vochtige handdoek en laat 1 uur rijzen. 
    
4. Bak de buns: Verwarm de oven voor op 185°C. Bak de appel-kaneel buns ongeveer 25 minuten tot ze goudbruin zijn. Haal ze uit de oven en laat afkoelen.
    
5. Werk af met de topping:
   Voor de topping starten we met gezouten karamel. Giet de suiker en het water in een klein pannetje en zet op een medium vuur. Wacht tot al het water verdwenen is. Zodra dit gebeurt, zal de gesmolten suiker mooi goudbruin kleuren. Haal vervolgens van het vuur en meng de boter onder de karamel. Voeg ook de room en het grot zout toe en laat afkoelen. (Vind je het allemaal wat spannend, kun je altijd de instructies van Dagelijkse kost raadplegen :) .)

   Meng de bloemsuiker, de melk en de vanille onder elkaar. Voeg vervolgens 1,5 el van het gezoute karamel toe.
   Besprenkel de buns met de topping. De buns kun je warm of koud eten. Koel bewaard, blijven ze tot 5 dagen goed. Smullen maar!

Voor 4 personen - 12 buns

Voor het deeg

• 120 ml volle melk
• 50 gr suiker
• 7 gr droge gist (1 zakje)
• 50 gr ongezoute boter - op kamertemperatuur
• 1 ei
• 1/4 tl zout
• 320 gr bloem

Voor de vulling

• 40 gr ongezoute boter - op kamertemperatuur
• 50 gr bruine suiker (lichte of donkere)
• 1 el kaneel
• 2 appels

Voor de topping

De gezoute karamel:

• 50 g suiker
• 1,5 el water
• 25 ml room
• 16 g boter
• ¼ tl zeezout

Overige ingrediënten:

• 60 gr bloemsuiker
• 1/4 tl vanille extract
• 1,5 el melk